ik wou dat ik kon geloven
Ik wou dat ik kon geloven. Het was de verzuchting van een jonge vrouw die naast mij zat. Haar leven liep naar het einde. Maar, vroeg ik haar, waarom zou je dan willen geloven. Nou, zei ze, ik ga dood en ik ben best een beetje bang. Ik ben jaloers op die gelovige mensen, die zekerheid hebben en erop vertrouwen dat het na de dood goed met ze komt. Het was even stil tussen ons. Dat geeft mij even de gelegenheid te zeggen, dat de vrouw mij wel kende, maar niets wist van mijn achtergrond en dus niet wist dat ik dominee was. dat ze die vraag juist aan mij stelde, was voor mij meer dan een toevalligheid.