Bescherming van het leven
De beschermwaardigheid van het leven. Wanneer begint die? Direct na de conceptie, bij de geboorte of op een tijdstip ergens daartussenin.
Een naaste zijn voor de ander.
Met een luisterend oor,
een schouder om op uit te huilen,
een arm om een schouder
en af en toe een troostend woord.
Ik werk onder de naam Gelovig Nabij Zijn. Deze naam geeft mijn missie weer. Vanuit mijn geloof dichtbij mensen staan.
Mijn laatste blogs
De beschermwaardigheid van het leven. Wanneer begint die? Direct na de conceptie, bij de geboorte of op een tijdstip ergens daartussenin.
Heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb lief gehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.
Een oud lied dat veel in adventstijd wordt gezongen. Hoe vaak heb ik het al gezongen? Vorige week vrijdagmiddag tijdens de weeksluiting in één van de verzorgingshuizen, gaf ik het lied ook op. Het orgel zette in, ik luisterde en tot mijn grote verbazing hoorde ik de organist een voor mij onbekende melodie spelen.
Nog niet zo lang geleden hoorde ik dit lied op de radio. Mijn gedachten gingen uit naar al die mensen, die niemand meer hebben om mee samen te komen. Die zich niet meer thuis voelen in de kerk, in de steek gelaten of niet meer welkom. Omdat ze anders zijn, niet voldeden aan de eisen of verwachtingen van die kerk. Misschien wel een beetje tegendraads zijn. Of zich niet konden of wilden aanpassen aan die kerk.
De wereld lijkt in brand te staan. Er zijn oorlogen en dreigingen van oorlogen en een kernoorlog hangt als het zwaard van Damocles boven ons hoofd. Iedereen lijkt tegen iedereen te zijn. We lijken van de ene crisis in de andere te rollen, komen overal arbeidskrachten tekort, we verouderen, steeds minder mensen moeten het geld verdienen waar we van moeten leven. De liefde lijkt te bekoelen, de samenleving lijkt letterlijk en figuurlijk kouder te worden. En dan worden we ook nog eens overspoeld door asielzoekers. Mensen die ook een beroep willen doen op onze schaarse middelen, waardoor we zelf nog minder overhouden.
Een oude vrouw, ze loopt gebogen langs de weg. Hier en daar sprokkelt ze een beetje hout bij elkaar. Om straks, thuis, een vuurtje te kunnen maken. Ze heeft nog een klein restje olie en nog een klein beetje meel. Op dat vuurtje kan ze voor haar en haar zoon nog net een klein broodje bakken. Daar kunnen ze samen nog één keer van eten en dan hebben ze niets meer en zullen ze dood gaan van de honger.