Wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukten gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur. (Jesaja 58:10)
De hongerigen geven wat je zelf nodig hebt, dat gaat verder dan delen. Dat gaat over weggeven wat je hebt, eerst de ander te eten geven en dan zelf pas eten. Was dat ook niet wat Jezus zei tegen de rijke jongeling? Geef alles wat je hebt weg aan de armen en volg dan Mij. Jezus volgen, dat is niets voor jezelf houden, dat is zelf honger lijden om de ander te laten eten.
De verdrukte gul onthalen. Verdrukten, mensen die vrijheid ontberen Mogen we bij die verdrukten denken aan al die vluchtelingen, arbeidsmigranten en gelukszoekers die naar ons toekomen? Mensen die hun situatie ontvluchten. Of toch niet? Laten we die verdrukte aan de kant van de weg liggen en lopen we ze voorbij. Jezus leerde ons barmhartigheid en naastenliefde. De naaste te zijn voor degenen die ons nodig heeft. Gedreven door Gods liefde voor ons. De verdrukten gul onthalen, dat gaat over gastvrijheid. Dat is ook de hongerige geven wat je hebt. Het minste wat we kunnen doen, is de mens te willen zien achter al die mensen die naar ons toekomen. Ze gul onthalen, te eten geven en een plek om te slapen en tot rust te komen. Daarna zien we dan wel verder. Iemand gul onthalen, lost de crisis mogelijk niet op, maar haalt de grimmigheid misschien wel weg. Dan gaat zo´n crisis er ineens heel anders uitzien. Omdat je licht helder gaat schijnen, als het licht van het middaguur.
Jezus noemde ons het licht in de wereld. je licht mag schijnen in een wereld die steeds grimmiger wordt, steeds egoïstischer. Jesaja zegt ons hoe je je licht zo helder mogelijk kunt laten schijnen. Als het licht van het middaguur. Op dat tijdstip staat de zon het hoogst, lichter dan dat moment wordt het niet. Je licht schijnt het meest helder als je het niet op jezelf laat schijnen, maar op de ander. Dat brengt niet meteen wereldvrede, maar misschien wel een beetje vrede, een beetje liefde in jouw omgeving.
Kinderkens, laten wij liefhebben, niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid. (1 Joh. 3:18)