• Met een hart voor mensen.
  • Bel mij op 06-53717282

Mattheus 14:13-21 Wat zit er in jouw broodtrommeltje?

Bij mijn voorbereidingen dacht ik, ik moet proberen dit verhaal aanschouwelijk te maken. Daarom heb ik een broodtrommeltje mee genomen. Met twee broodjes, een gekookt eitje en een zakje soep erin. Die soep heb ik onderweg niet zoveel aan, want dan moet ik eerst ergens warm water op de kop zien te tikken. Niet vijf broodjes en twee vissen, want die pasten er niet in. En bovendien, ik lust geen vis. Alleen, hoe verder ik kwam in het verhaal, hoe meer ik eigenlijk tot de conclusie moest komen, dat je het wonder in dit verhaal niet aanschouwelijk kunt maken. Dan ga je er een goocheltruc van maken. Ik kan het begin laten zien, maar niet wat er daarna gebeurde. Stel je eens voor, meer dan vijfduizend mensen krijgen van mijn lunchpakketje te eten. En als iedereen gehad heeft en z'n buikje vol heeft, blijft er veel meer over dan dat ene trommeltje waar we mee begonnen. Als ik dat zichtbaar had willen maken, dan had ik heel veel gevulde broodtrommeltjes tegen de muren moeten stapelen. Zoveel broodtrommeltjes heb ik niet eens. Zoveel brood heb ik niet eens. Maar hier begon het wel, een kleine jongen met zijn broodtrommeltje. Tenminste volgens de evangelist Johannes. Daarin komt het hele evangelie van Gods koninkrijk terug. Je hoeft niet groot te wezen en getalenteerd, je hoeft geen grote goed gevulde hutkoffer te hebben. Je mag worden als een kind. Kinderen hebben nog geen benul van hoeveelheden. Naief, alsof je met jouw broodtrommeltje zoveel mensen te eten kunt geven. Je mag klein zijn en je broodtrommeltje wat je hebt, mag klein zijn, maar in de handen van de Here Jezus wordt het groot, mag jij groot worden. Groot worden als een kind. Jezus wil jou gebruiken.

 

Jezus had gehoord van de dood van zijn neef, Johannes de Doper. Hij lijkt te zijn aangeslagen en even tijd nodig te hebben voor zichzelf. Wie verdriet heeft wil alleen zijn, even niemand om zich heen. Jezus vertrekt naar een stille plek, samen met zijn leerlingen. Maar de mensen gunnen Jezus geen rust, ze volgen Hem. En ze zijn nog eerder op die afgelegen plek dan Jezus zelf is. Ik stel me zo voor, dat het een drukte van belang is, duizenden mensen staan daar op Hem te wachten. Geen stille plek voor Jezus. Hij ziet al die mensen, Hij stuurt ze niet weg. Hij ziet de mensen en is met ontferming over ze bewogen. Eigenlijk ligt daar het begin van alles, Jezus die over de mensen, over ons met ontferming is bewogen. Die ons wil voeden en onze zieken wil genezen.

 

De mensen wegsturen komt niet bij Jezus op. Op de Here Jezus doe je nooit tevergeefs een beroep. Wegsturen, dat doen de leerlingen wel. Stuur de mensen naar huis, dan kunnen ze nog wat te eten kopen. Een antwoord, dat zomaar past binnen onze individualistische samenleving. Iedereen is verantwoordelijk voor het eigen leven, voor zijn eigen geluk, voor de eigen welvaart. Als je niet voor jezelf zorgt, dan zorgt niemand voor je. Je bent er zelf verantwoordelijk voor dat je te eten krijgt. Nou ja, voor mensen voor wie dat echt niet lukt hebben we dan nog wel voorzieningen. Maar voor de rest moet je jezelf redden. Stuur de mensen weg! Het klinkt allemaal zo bezorgd, maar het zou maar zo ingegeven kunnen zijn vanuit eigen belang. De leerlingen waren ook moe, hadden misschien ook wel honger. En misschien dat ze er ook wel naar verlangden om even met Jezus alleen te zijn. Ze hadden tenslotte ook hun rust nodig. Stuur ze weg, we hebben niets voor ze, we hebben zelf niets.

 

Ik begrijp dat ook wel, van die leerlingen. Al die mensen moeten ook weer een keer naar huis. En zij hebben geen eten voor al die mensen, ze kunnen toch ook niet voor al die mensen zorgen. En ze wilden Jezus misschien ook wel eens niet hoeven delen met die menigte. Soms kun je in je leven van die momenten hebben, dat het leven tegen zit, dat je Jezus zo hard nodig hebt. Dat je Hem even voor jezelf wil hebben. Jij en Jezus samen, op een stille, afgelegen plek, even niemand om je heen. Om bij Jezus je hart te kunnen luchten. Even te kunnen uithuilen. Niet iedereen hoeft jouw tranen te zien. Je laten genezen door Hem. Momenten dat je je geloof hard nodig hebt voor jezelf, dat geloof even niet met anderen kunt delen. Je hebt even genoeg aan jezelf. En misschien dat je het dan ook wel zegt: Heer, stuur die mensen weg, laat ze ergens anders eten kopen. Ik heb U nu even nodig. Hoe vaak in je leven heb je dat misschien al meegemaakt. Je zit thuis, in je binnenkamer, helemaal alleen, samen met Jezus. Dat zijn van die kostbare momenten. En ineens gaat de bel, staat er visite voor de deur, waar je helemaal niet op zat te wachten. Weg is dat kostbare moment dat je had met de Here Jezus.

 

Als je er goed bij nadenkt, is het ook wel een beetje komisch, wat de leerlingen voorstellen. De Here Jezus was vertrokken naar een stille, afgelegen plek en de mensen waren Hem daar naar toe gevolgd. Ze waren in een onherbergzaam oord. Ver weg van de dorpen en waar er tot in de verste plekken geen eten te vinden zal zijn geweest. Laten we het ons eens proberen voor te stellen. Een grote menigte, misschien wel 10.000 mensen, zitten ergens op het veld. Ze hebben samen een mooie bijeenkomst, met een goeie spreker. Maar dan wordt het avond, de schemering valt. En dan is die bijeenkomst voorbij en trekken al die duizenden mensen naar het dichtst bijzijnde dorpje in de omgeving. Wat zou er gebeuren als 10.000 mensen, 's avonds om zeven uur de Jumbo ingaan, om nog wat brood te kopen, nog een plakje kaas of ham erbij. Of naar de chinees lopen of naar de plaatselijke snackbar. Ik denk dat zo'n klein dorpje daar niet op is berekend en dat het gigantisch uit de hand loopt.

 

Geven jullie ze maar te eten. Zegt Jezus dat nou écht? Hoe moeten ze dat doen als ze zelf niets te eten hebben. Het gaat hier niet over een paar mensen, maar over vijfduizend mensen, vrouwen en kinderen niet meegeteld. Hoe wil je vijfduizend mensen laten eten uit dit broodtrommeltje?

 

Daar moet je een hele organisatie op zetten, met een deugdelijke planning. Eerst kijken wat je die mensen voor wil zetten. Je moet rekening houden met dieetwensen. Dan hoeveelheden en kosten berekenen. Vervolgens alles inkopen, bereiden, klaar zetten en het zo organiseren dat iedereen wat krijgt. Dat regel je niet even in vijf minuten. Zulke aantallen kun je beter overlaten aan professionele cateraars, die hebben daar verstand van. En wie moet dat eigenlijk allemaal betalen? Stuur de mensen naar huis, dat lijkt me niet zo'n slecht advies.

 

Jezus wil ons hier leren om anders naar de wereld om ons heen te kijken. Om anders naar ons zelf te kijken. Kijk niet naar wat je nodig hebt, maar kijk naar wat je hebt. En Jezus wil je leren dat je het mag doen met datgene wat je hebt. Niet meer en niet minder. Geef ze te eten, het is ook de opdracht aan de gemeente van vandaag. Jezus wil jullie als gemeente ook leren te kijken naar wat je hebt, dat is meer dan genoeg. Jezus zegent het. Heb jezelf al wel eens gekeken naar wat je hebt? Wat heb ik te bieden? Een broodtrommeltje met een paar broodjes. Niet veel. Maar Jezus vraagt niet hoeveel je hebt, Hij vraagt wat je hebt.

 

DURF JE HET WEINIGE DAT JE HEBT, MET ANDEREN TE DELEN?

 

Jezus kijkt zo anders naar de wereld, dan wij. Gods Koninkrijk is zo anders dan onze wereld. Klein is groot, de laatste is de eerste, de minste wordt de meeste. En hier zien we hoe delen veranderd in vermenigvuldigen. Het enige wat we hoeven te doen is worden als een kind met een broodtrommeltje. Jezus rekent niet, Jezus kijkt niet naar de effectiviteit.

 

Jezus nam een brood, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit, brak het en zei: 'Neem hiervan, dit is mijn lichaam'. (stil zijn) Dat zijn de woorden die we straks mogen horen bij het avondmaal. Jezus gaf ons wat Hij had, zijn lichaam. In zijn handen, wordt het weinige dat wij Hem geven vermenigvudigd. En de leerlingen, ze mochten uitdelen, van wat ze uit handen van de Here Jezus ontvingen. Hoe zou dat voor hun geweest zijn op dat moment? Hoe zouden ze zich gevoeld hebben. Hier gebeurt iets en zij zijn er getuige van, zij mogen deel uitmaken van dat wonder. Iedereen at en werd verzadigd. Er was meer dan voldoende. Niemand hoeft met honger te blijven zitten. En ook wij vandaag mogen uitdelen, van wat we uit handen van de Heer hebben ontvangen.

 

Aan het eind van het Mattheus-evangelie, als de Here Jezus weer teruggaat naar de hemel, zegt Hij het opnieuw. 'Ga op weg, maak alle volken tot mijn leerlingen …' en belooft Hij ons, dat Hij bij ons zal zijn alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. Alsof Hij daar opnieuw zegt: Geven jullie ze te eten. Al die mensen die hongeren naar zingeving, die hongeren naar een beetje liefde, naar erkenning, naar een luisterend oor, naar zekerheden in hun leven. Al die mensen voor wie het leven geen zin meer heeft. Hij breekt, deelt uit en wij mogen weer doorgeven.

 

Met mijn broodtrommeltje kan ik alleen maar laten zien wat ik heb. Het maakt mijn kleinheid zichtbaar, mijn onmogelijkheden. Te weinig om te delen. Maar in de zegenende handen van de Here Jezus is het meer dan voldoende. Maakt het zijn grootheid zichtbaar. In de handen van de Heer wordt delen vermenigvuldigen. Wat doe jij met jouw broodtrommeltje?

 

Amen.